Rijtips in de buurt van voortbewegings­toestellen

Als (auto)bestuurder moet je erg voorzichtig zijn in de buurt van voortbewegingstoestellen. De gebruikers ervan worden gelijkgesteld met voetgangers of fietsers.

Je moet je dus op dezelfde manier en even voorzichtig gedragen als tegenover voetgangers of fietsers. Dezelfde verkeers- en gedragsregels zijn van toepassing. Gebruikers van voortbewegingstoestellen worden ook beschouwd als kwetsbare weggebruikers.

Een paar voorbeelden:

• Als automobilist verleen je voorrang aan een rolstoelgebruiker of iemand met een scootmobiel die op het zebrapad wil oversteken.
• Als automobilist moet je voorrang verlenen aan iemand met een e-step, skateboarder, skeeler, enz. als hij op een kruispunt een doorlopend fietspad volgt.
• Als automobilist verleen je voorrang aan personen met bv. e-steps, monowheels, skateboards,... die rechtdoor rijden als je links of rechts afslaat.
• Binnen de bebouwde kom moet je minimum 1 meter zijdelingse afstand houden als je een e-stepper, skateboarder, skeeler, monowheeler, enz. op de rijbaan wil inhalen.
• Buiten de bebouwde kom moet je minstens 1,5 meter afstand houden bij het inhalen.
• In een fietszone mag je geen bestuurders van e-steps, monowheels, scootmobiels, skateboards,…inhalen.